JOHAN GELPER  WILLO GONNISSEN  ALDWIN VAN DE VEN  MAARTJE WULLSCHLEGER

over de schoonheid van de aarzeling, de tover van de verbeelding

 

tentoonstelling van zondag 10 september tot zondag 15 oktober 2017 (finissage)

hartelijk welkom! 

 

  

 

www.johangelper.be/    www.willogonnissen.be    www.aldwinvandeven.com/    maartjewull.blogspot.be/

 

 

Willo Gonnissen speelt een spel van associaties, van voortdurende verwijzingen. Hij bekijkt zijn wereld vanuit het standpunt van een typograaf. De koffie in de kop wordt een punt, een oor van die kop wordt elders een helft van een gebroken hart, drie punten krijgen honderd en één betekenissen naargelang de context waarin ze worden geplaatst. Elk teken krijgt een betekenis die niet noodzakelijk verwijst naar het individuele teken, maar eerder naar een geïdealiseerde werkelijkheid...Het lijkt alsof de kunstenaar met zijn tekens een bewoonbare kosmos tracht te scheppen.

 

Wat opvalt in het werk van Johan Gelper, is zijn speelse manier om te traceren. Hij volgt, ontdekt, tekent, benadrukt die beweging die de immateriële wereld lijkt te verbinden met de werkelijkheid van tastbare dingen. De geestelijke wereld van ideeën en gedachten die elkaar aantrekken en afstoten, raken en loslaten, openen en sluiten, krijgt in Gelpers werk verrassende vormen.

Deze vormen ontstaan door de omgeving af te tasten, te bekijken en aan te voelen. Verhoudingen kleuren het spel van toestaan en vermijden. Gevonden objecten worden met elkaar gecombineerd in een nieuwe situatie. Verbindingen worden met een uitzuiverende nauwkeurigheid toegevoegd. Op geen enkel moment zal de kunstenaar daarbij het toevallige karakter van speelse elementen miskennen. Integendeel zijn humoristische kijk op de inbreng van het menselijk pogen om de wereld te vatten, een onvermoeibaar graven in materialen en technieken, geven het werk een blije uitstraling. Bewonderenswaardig is Johan Gelpers esthetisch gevoel om de zuiverheid der dingen in beeld te brengen. In Gelpers vormgeving worden sporen van ons denken in de ruimte belichaamd. De ruimte zoals Gelper laat zien, geeft richting aan ons denken en handelen: voor staat in verbinding met achter, boven plaatst zich tegenover onder, diepte en oppervlakte vullen elkaar aan, snelheid toont de relativiteit van het stilstaan, enz. De schoonheid van zijn werken spreekt uit de dynamische - geen statische dus, maar levendige balans in het samenspel tussen wat de mens maakt en veroorzaakt en wat hem vormt of sturing geeft. (lief brijs 2016)

 

In de schilderijen van Aldwin van de Ven is steeds meer plaats voor het onvoorziene. Vanuit alledaagse tekeningen en herinneringen - soms niet meer dan een krabbel - schildert hij vervolgens wat in zijn gedachten naar boven drijft. In het intuïtieve schildersproces verschijnen zo zijn beelden. deze openheid en vrijheid stelt ook vragen aan de kunstenaar. Als er voor het schilderen niet duidelijk wordt gefilterd, wanneer bepaal je dan of iets goed is of niet? Van de Ven beweegt zich nadrukkelijk in dat spanningsveld, waarbij het werk nog constant lijkt te kunnen veranderen, en de verschijning vanuit de verf zelf ontstaat. 

 

Maartje Wullschleger: 'Als kind ging ik met mijn familie vaak op vakantie naar de bergen in Zwitserland. De reis ernaartoe en het rijden door de bergen herinner ik mij heel goed. Achterin de auto keek ik door het raam van de auto naar buiten: ik zag de wereld die zo aan me voorbij trok. Het was als dagdromen. Allerlei beelden gingen aan me voorbij: bergen, grasvelden, hutjes, bloemen, meren, sneeuwvlaktes en de eindeloze vergezichten. Er zijn zoveel paden, plekken, momenten die ik precies voor me zie. Ik herinner mij een wandeling waarbij we over de kruin van een berg wandelden en aan weerszijde zag ik het weidse veld. Soms zag ik de wolken niet meer boven mij maar onder mij en zag ik de dorpen waar ik eerst doorheen liep, steeds kleiner worden. De houten huisjes veranderden in zwarte stippen.

Mijn werk zie ik als een plek waar mijn herinneringen, observaties en dromen een nieuwe werkelijkheid vormen. Een werkelijkheid die niet realistisch, maar surreëel aandoet. Veel dingen zie of versta ik ook pas achteraf, wanneer ik een soort ‘aha’ moment heb. Dat is bijna altijd in een moment van herkenning, bij een stuk dat ik lees of iets wat ik heb gezien. Juist in het zoeken naar betekenis ligt het antwoord voor mij. Levi-Strauss beschrijft in Het Wilde Denken heel mooi hoe iets betekenis kan hebben: ‘Een teken is iets concreets, maar heeft het vermogen naar iets te kunnen verwijzen; beide hebben niet uitsluitend betrekking op zichzelf, maar kunnen in de plaats staan van iets anders.’