'Hoe gaan kunstenaars van verschillend allooi om met ruimte ? Een gedefinieerde ruimte: de ruimte op een plat vlak of een ruimte in de ruimte. Er is de plastische ruimte, waartoe de kunstzinnige ruimte behoort en er is de functionele of architecturale ruimte. Wat betekenen al deze soorten van ruimte voor tal van soorten van mensen? Deze tentoonstelling wil daarvan een, weliswaar bescheiden staalkaart bieden. In de meest oprechte geest van diversiteit wilden we zowel architecten als plastisch kunstenaars, zowel professionals als outsiders en ook niet-westerse benaderingen een platform geven. Vandaar de bijzonder heterogene line-up op de affiche.

Wat de architecten betreft: laat er geen twijfel over bestaan, complexe en gedurfde architectuur ontstaat vaak uit een vluchtige krabbel of een mijmerende penseelstreek. In elk geval is dit zo bij Paul Robbrecht en Tony Fretton.

Weinigen zijn er van op de hoogte dat Paul Robbrecht er een heel eigenzinnig onderzoek van kleur (!) en vorm op nahoudt aan de hand van bedachtzaam geschilderde aquarellen. Die penseelt hij in kleine schetsboeken of in reeksen van bladen die hij “Plans” of “Traces” noemt.

Tony Fretton ‘noteert’ zijn eerste ideeën omtrent een project meteen, zonder naar virtuositeit te streven, bijna naïef zelfs, op zijn iPhone of iPad. Hij noemt ze dan ook “Mini’s”. Een selectie van deze “Mini’s”, waaronder de allereerste schetsen van de Deinse Leiespiegel, en van Paul Robbrechts “Plans” en “Traces” wordt hier samengebracht.

De tekeningen van de Duitse kunstenares Silke Schatz tonen duizelingwekkende perspectieven van reële of denkbeeldige gebouwen of architecturale ruimtes, virtuoos en op groot formaat gebracht, omzeggens het tegendeel van wat er hier van de “echte” architecten Robbrecht en Fretton getoond wordt. Voor Silke Schatz zijn deze tekeningen een vorm van accaparatie, van het zich toe-eigenen. De gebouwen die ze tekent hebben voor haar een specifieke affectieve waarde. Het kan een concertgebouw zijn waar ze memorabele voorstellingen heeft mogen meemaken (zoals het theater in Wuppertal dat hier wordt getoond waar ze de dansvoorstellingen van Pina Baush zag) of een woning waar ze een tijdlang heeft verbleven. Haar tekeningen leggen, als een röntgenfoto, het skelet van zowel gebouw als interieur bloot, met genadeloze maar tegelijk delicate precisie.  

De meticuleus ‘onafgewerkte’ volumes van beeldhouwer Henk Delabie contrasteren daarmee door hun relatieve geslotenheid. Het lijken wel binnenstebuiten gekeerde ruimtestudies waarbij de binnenzijde zorgvuldig gelakt is en de buitenzijde ruw gelaten. De toeschouwer wordt daardoor uitgenodigd om 'binnen te treden' maar vaak lukt dat maar half, of zelfs helemaal niet. Het blijft gissen naar de ervaring van het binnenste, en dat terwijl het volgens Manfredo Tafuri net de essentie van een architecturale ruimte is om ze van binnenuit te ervaren. Henk Delabie blokkeert deze ervaring en laat de toeschouwer eerder geïntrigeerd dan gefrustreerd achter.  

Zijn zorgvuldig geconstrueerde volumes contrasteren dan weer fel met de haast intuïtief opgetrokken structuren van Geert Van Aelst. Deze man werkt op vrije avonden in het keramiekatelier van de Deinse academie en heeft daar in de loop der jaren een bescheiden oeuvre opgebouwd waar de stapeling van diverse volumes tot fantasierijke torens of andere bouwvormen een constante is. Nog minder dan bij Delabie krijgt de toeschouwer toegang tot het interieur: hier en daar laat slechts een kleine opening vermoeden dat er sowieso een 'binnen' bij deze enigmatische structuren bestaat. De etnisch geïnspireerde maquettes van de Malinese kunstenaar Aboudramane sluiten hier op een merkwaardige manier bij aan. Ook al lijkt de 'mud mosque' die hier getoond wordt een plausibele weergave van een gelijkaardig bouwwerk in het thuisland van Aboudramane, in werkelijkheid bestaat hij niet, hij is een weergave van hoe de kunstenaar zich een dergelijk gebouw herinnert. Hij laat zijn fantasie de gaten in zijn geheugen opvullen. Tegelijk brengt hij allerlei elementen aan, een soort van gris-gris, die het werk een 'magische' uitstraling geeft.'

William Ploegaert, samensteller van de tentoonstelling

 

Ter gelegenheid van deze tentoonstelling gaat op vrijdag 17 februari het concert 'Duo Schmidinger - Neyrinck' door.

Een concert met klarinet en piano dat gespeeld wordt in de tentoonstelling.

Op het programma staan onder meer gloednieuw geschreven composities van de hand van Frederik Neyrinck en Adam McCartney voor de getoonde werken van Tony Fretton en Silke Schatz.

Of hoe architectuur en kunst ook muzikaal inspireren, en omgekeerd..Lees meer bij de rubriek 'PODIUM'