PANACH'

van 7 mei tot 11 juni 2017

 

tentoonstelling met werk van Geert Vanoorlé, Stan Van Steendam en Shelley Meert

 

      

 

Schilderen (met de glimlach) .

“Nee, de dingen hier nemen bezit van je, gaan met je verder en gaan met je mee naar alles en door alles heen, door klein en groot.” Rainer Maria Rilke, Brieven over Cézanne. Parijs, Juni 1907

 

Geert Vanoorlé schildert in een zolderkamer. Er valt veel licht binnen vanuit hoge ramen.

In het atelier hangt in de winter de was te drogen. Schilderslinnen bevindt zich soms naast katoenen hemden en een bloes van zijde.

Aan een muur hangen 3 recente schilderijen van middelgroot formaat.

De schilderijen zijn geschilderd met een penseel, de verftoets is onnadrukkelijk.

De afbeelding op de schilderijen doet me denken aan een doek dat op het schildersdoek ligt maar in de was is gekrompen. Tussen de punten van de stof lijkt het doek telkens naar het centrum van het schilderij te plooien.

Daardoor is het kijken naar de schilderijen spannend. Ze suggereren een gebeurtenis die elk moment het werk kan overkomen. En refereren aan de zweetdoek van de Heilige Veronika.

De zachte maar sprekende kleuren proberen van onder de lap stof te kruipen maar blijven bedekt door het monochrome blauwe, zwarte en rode doek op het doek.

De schilderijen zinderen op het netvlies van de beschouwer en werpen hun kleurenvelden in de ruimte van de kamer.

Dan schikt de schilder een tweede drieluik met hetzelfde thema onder het eerste. Ondanks de verschillende formaten vormt deze reeks nog duidelijker een geheel. We zien twee werken met een wit doek op het schilderij gedrapeerd,  en één werk met een zwart doek. Opvallend zijn de dunne maanvormige restvormen die van het ene schilderij naar het andere overlopen en daardoor herinneren aan een legspel voor kinderen.

Naast de Veronika- schilderijen hangt een kluster van kleinere werken waar je de schilder hoort fluisteren in verf. We kijken naar  artefacten die schouder aan schouder als een familie  op de foto mogen.

 

Geert Vanoorlé schildert sinds 1987 gestaag aan een meanderend oeuvre met de esthetiek van de gentleman.

Een elegante schoonheid ontstaat  zonder bravoure of groot gebaar. De boze wereld wordt hier even aan de deur gezet. Als je door de schetsboeken van de kunstenaar bladert zie je een geoefende tekenaar die  bloemen tekent en zijn eigen hand. De verhoudingen van de natuur ademen dan ook door in de schilderijen.  De schilderijen zijn onopvallend doordrongen van  werkelijkheid. Sommige schilderijen verwijzen naar de voetbalploeg van Sint-Truiden, andere hebben als onderwerp het doek van de Heilige Veronika, een vlag of een vis.

Doordat de schilder deze thema's onderhuids in zijn doeken verwerkt staat er meer op het spel dan het schikken van vlakken in de ruimte van het spieraam.

 Bovendien resoneert in de schilderijen het werk van Piero della Francesca, en de muziek van Johan Sebastiaan Bach, de taal van Eric De Volder en de tekeningen van Ellsworth Kelly........

 

Als ik beneden in de woonkamer het gesprek verder zet valt mijn oog op een blauwe schuifdeur die de keuken verbergt. Het kobaltblauw is met de hand geschilderd op een houten plank en hangt voor de deuropening als een bewegend schilderij.

De pratende handen van de schilder herken ik van op de tekeningen in het schetsboek. Ze hebben al veel geschilderd en gaan dat ongetwijfeld nog vele malen doen.

Het vreemde aan het bijna-niets dat Geert Vanoorlé schildert is dat het een tastbare werkelijkheid oproept en daardoor telkens opnieuw een uitgang vindt naar de buitenwereld.

 Het engagement van de kunstenaar ligt in de gevoeligheid waarmee hij op een bedachtzame manier het leven op deze planeet zin geeft en bezingt.

 

Nikolaas Demoen. Gent, april 2017.

www.geertvanoorle.be/